Kraakbeenletsel met botcysteOsteochondraal defect

Wat is een osteochondraaldefect?

Als gevolg van een trauma kan een osteochondraal defect in het enkelgewricht ontstaan. Bijvoorbeeld bij een ernstige verzwikking van de enkel waarbij het sprongbeen (talus) hard tegen het scheenbeen botst. Als gevolg hiervan beschadigt het kraakbeen en het onderliggende bot van beide botten.

Wanneer geen volledige genezing plaats vindt, kan in sommige gevallen na verloop van tijd een cyste (holte)in het bot onder het beschadigde kraakbeen ontstaan. De combinatie van het beschadigde kraakbeen en de daaronder gelegen holte wordt een osteochondraal defect of OCD genoemd. Deze afwijking kan klachten geven; klassiek is de diepe enkelpijn bij lopen en/of staan.

Hoe wordt een OCD vastgesteld?

Bij een lichamelijk onderzoek worden vaak geen afwijkingen gevonden en bij rontgenonderzoek is een osteochondraal defect vaak niet goed zichtbaar. Het aangewezen onderzoek voor de beoordeling van een osteochondraal defect is derhalve een CT- of MRI-scan van de enkel.

Wat is de behandeling van een OCD?

Niet alle osteochondraal defecten moeten met een operatie worden behandeld. Een periode van relatieve rust kan de enkelklachten als gevolg van een osteochondraal defect doen verminderen. Indien dit onvoldoende verbetering geeft, is een enkel kijkoperatie te overwegen. Soms is het osteochondraal defect niet goed te bereiken via een kijkoperatie. In die gevallen zal het enkelgewricht geopend moeten worden via een operatiewond (arthrotomie).

Hoe verloopt een kijkoperatie van de enkel?

Door het maken van twee kleine incisies aan meestal de voorzijde worden een camera en hulpinstrumenten ingebracht. Via deze toegang kan inwendig de voorzijde van het enkelgewricht worden schoongemaakt. Littekenweefsel, verklevingen, geïrriteerd slijmvlies en verdikt gewrichtskapsel kan worden verwijderd. Vervolgens wordt de kraakbeenlaag van het gewricht beoordeeld.

Wanneer sprake is van een lokale kraakbeenbeschadiging wordt bekeken of een behandeling hiervan nodig en/of mogelijk is. Losse stukjes kraakbeen en beschadigd kraakbeen worden verwijderd. Het aangedane kraakbeen wordt verwijderd en de holte (kyste) wordt schoon gemaakt. In de bodem van de holte worden met een scherp instrument diepe kanaaltjes gemaakt in het onderliggende bot om de doorbloeding te stimuleren. De holte vult zich na verloop van tijd met bot en wordt bedekt met een laag kraakbeen-littekenweefsel (fibreus kraakbeen).

Hoe verloopt het herstel?

Het herstel van een kijkoperatie van de enkel duurt 6 tot 8 weken en verloopt in grote lijnen als volgt:

  • U mag na de kijkoperatie in principe dezelfde dag naar huis.
  • De orthopedisch chirurg heeft u uitgelegd hoelang u met krukken moet lopen en welke oefeningen u eventueel moet doen.
  • Na de operatie mag het geopereerde been niet belast worden gedurende zes weken. Deze periode heeft het lichaam namelijk nodig om het littekenkraakbeen goed te laten genezen. Indien de enkel binnen deze periode belast wordt is dit nadelig voor de genezing, resulterend in een mogelijk slechter eindresultaat. Vanaf zes weken na de operatie mag het been toenemend belast worden.
  • U heeft krukken nodig om onbelast te kunnen stappen.
  • Eenmaal thuis is het belangrijk dat u de voet goed hoog houdt om de zwelling na de operatie zoveel mogelijk te voorkomen. 
  • U mag thuis beginnen met buig- en strekoefeningen van het enkelgewricht vanaf de dag van de operatie. Op deze manier voorkomt u het ontstaan van verklevingen en littekens in het gewrichtskapsel wat anders zou resulteren in minder beweeglijkheid van het enkelgewricht.
  • De eerste dagen na de operatie kunt nog pijnklachten hebben. Naast het hoog houden van de voet kan het nodig zijn pijnstillers te nemen. Deze medicijnen kunt u halen met het voorschrift dat u meegekregen heeft bij ontslag uit het ziekenhuis.
  • Na twee weken is een eerste controle raadpleging.  Wanneer de enkel nog gezwollen is wordt een steunkous of Tubigrip aangelegd. Deze mag u overdag dragen tot de controle na zes weken.
  • Na de controle op zes weken kan de belasting van de geopereerde enkel worden uitgebreid. Het controleren van bijvoorbeeld de kwaliteit van het littekenkraakbeen is niet goed mogelijk. Mocht het nodig zijn, dan komt u na drie maanden nog een laatste keer terug. Het resultaat van de kijkoperatie van de enkel wordt samen besproken. Het is belangrijk te realiseren dat een kijkoperatie van de enkel veel trager herstelt dan bijvoorbeeld een kijkoperatie van de knie.

Mogelijke complicaties

Bij iedere ingreep kunnen complicaties ontstaan. Zo ook bij de kijkoperatie van de enkel, al is de kans op een complicatie bij deze ingreep zeer gering. Over complicaties die te maken kunnen hebben met de anesthesie leest u hier meer.

Overleg bij onderstaande complicaties na een enkel kijkoperatie met uw specialist voor eventuele behandeling:

  • Nabloeding van de wondjes of een bloeding in de enkel.
  • De wondjes blijven soms lang gevoelig na een kijkoperatie.
  • Er kan een trombose of longembolie ontstaan.
  • Infectie van het enkelgewricht na een kijkoperatie.
  • Schade door de kijkoperatie aan structuren rond de enkel, zoals zenuwen of bloedvaten; dit is zeer zeldzaam.
  • Soms is het resultaat van de kijkoperatie van uw enkel niet wat u ervan had gehoopt. Dit kan te maken hebben met de oorzaak van uw klachten die niet of niet volledig met de kijkoperatie is op te lossen. Het is belangrijk dat u hierover praat met uw orthopedisch chirurg.