Algemene verdovingAnesthesie in AZ Klina

• Meestal wordt er gekozen voor een intraveneuze toediening van de verdoving. Dit heeft als voordeel dat het snel werkt, veilig is en perfect gedoseerd kan worden. Aan het begin van uw verblijf op het operatiekwartier een infuus geplaatst.
• Indien het plaatsen van een infuus moeilijk is, kan geopteerd worden voor een maskeranesthesie. Hierbij ademt u verdovende gassen in die geleidelijk aan uw bewustzijn wegnemen. Dit duurt niet alleen langer bij volwassenen, maar wordt ook als onaangenaam ervaren.

Bij aanvang van de verdoving wordt u een masker met zuurstof voorgehouden. Dit wordt gedaan om uw longen maximaal te vullen met zuurstof op het ogenblik dat u slaapt. Eens u slaapt en gestopt bent met zelf te ademen wordt met behulp van het anesthesietoestel de ademhaling overgenomen. Hiertoe wordt een buisje tussen de stembanden geplaatst of een masker in de mond gelegd. Dit wordt verwijderd bij het einde van de ingreep.

Zodra u slaapt wordt de verdoving in stand gehouden door de anesthesist met medicatie via het infuus of verdovende dampen. Het zuurstofgehalte in uw bloed, uw hartritme en bloeddruk worden nauwgezet opgevolgd en de diepte van de anesthesie wordt aangepast aan uw noden.

Tijdens de verdoving wordt de pijnmedicatie voor na de operatie al opgestart. Daarnaast wordt er tijdens de verdoving al rekening gehouden met de potentiële gevolgen van een verdoving: misselijkheid proberen we te voorkomen, we zorgen dat u het warm genoeg heeft tijdens de ingreep en we controleren of comfortabel op de operatietafel ligt.

Na de operatie wordt de verdoving beëindigd door de medicatie die via het infuus wordt gegeven af te bouwen of de verdovende anesthesiedampen te stoppen. U wordt geleidelijk aan wakker en kan rustig uitslapen op de ontwaakzaal waar uw lichaamsparameters worden gecontroleerd en eventuele pijn na de operatie behandeld wordt.

Wanneer u klaar bent om terug naar de verpleegeenheid te gaan, wordt een verslag meegegeven aan de verpleegkundigen waarin alle instructies voor het verdere postoperatieve verloop door de anesthesist worden aangeduid. Bij problemen zal men in de uren na de ingreep steeds contact opnemen met de dienst Anesthesie. Op elk uur van de dag is er iemand aanwezig die bij problemen te  bereiken is.