Belangrijke tips vóór uw verdoving en ingreepAnesthesie in AZ Klina

Pre-operatieve documenten

Om op een veilig manier door de anesthesist onder gedeeltelijke of volledige verdoving gebracht te kunnen worden, is het belangrijk dat we minstens één week voor de ingreep een volledig ingevulde vragenlijst en medicatieschema van u ontvangen.

U kan deze vragenlijst persoonlijk of met de post bezorgen aan het Preoperatief Circuit van AZ Klina:                            

AZ Klina – Preoperatief Circuit
Augustijnslei 100
2930 Brasschaat

Raadpleging voor uw verdoving en operatie

Op basis van de aard van uw ingreep of uw medische voorgeschiedenis kan men u vragen een pre-operatieve raadpleging bij de anesthesist te plannen. U bent ook steeds vrij om zelf een afspraak te plannen indien u pre-operatief graag een gesprek had gehad met iemand van het team.

Eten en drinken voor de ingreep

Het is uiterst belangrijk voor uw eigen veiligheid dat de maag leeg is alvorens een algemene of volledige verdoving te kunnen krijgen. Indien je niet of onvoldoende nuchter bent, bestaat er een aanzienlijk hoger risico op complicaties na de ingreep zoals een luchtwegontsteking of zelfs een longontsteking. Dit komt omdat door de verdoving de slikreflex onderdrukt wordt en de maaginhoud gemakkelijk in de longen terecht kan komen. 

Tot wanneer kan ik eten of drinken?

Tot middernacht voor de ingreep of het onderzoek
Normale maaltijd

Tot zes uur voor de ingreep of het onderzoek
Lichte maaltijd: bijvoorbeeld boterham of toast met confituur (dus geen gefrituurde of vette voeding of vlees)
Zuivelproducten: melk, flesvoeding, yoghurt, ... 

Tot vier uur voor de ingreep of het onderzoek
Borstvoeding

Aanbevolen: Blijf drinken tot twee uur voor de ingreep of het onderzoek. Tenzij dit anders met u wordt besproken.

  • water, suikerwater, sportdrank, heldere fruitsappen zonder vruchtvlees
  • heldere thee zonder melk of koffie zonder melk: maximaal 1 kopje
  • geen melkdranken of andere dranken zijn toegestaan.

Welke medicatie neem ik nog de dag van de ingreep?

Het is belangrijk om voor de operatie uw medicatieschema even te overlopen en te bekijken welke medicatie u best stopt voor de ingreep:

  • Aerosols en puffers dienen steeds ingenomen te worden. U brengt ze ook best mee naar de operatiezaal zodat u ze na de ingreep kan gebruiken zo nodig.
  • Plots stoppen met medicatie de dagen voor de ingreep kan mogelijk ongewenste gevolgen hebben (bv. een hoge bloeddruk). Dit is dus niet noodzakelijk.
  • De medicatie die u de dag van de ingreep moet innemen, wordt door de anesthesist voorgeschreven in uw dossier. Neem dus geen medicatie in voor u naar het ziekenhuis komt. Komt u pas in de namiddag naar het dagziekenhuis? De verpleging contacteert u de dag voordien en geeft door welke medicatie u mag innemen.
  • Medicatie mag altijd ingenomen worden met een slokje water. Dit is geen probleem.

De artsen in het ziekenhuis dienen altijd op de hoogte te zijn van de medicatie die u thuis dagelijks neemt.

Welke medicatie mag u NIET innemen?

  • Ontstollende medicatie (bloedverdunners)
  • Medicatie tegen diabetes
  • Waterafdrijvende medicatie

Allergie

Het is belangrijk dat de patiënt de anesthesist voor de operatie op de hoogte brengt van gekende allergieën bij zichzelf en familie. Ook voedingsallergieën worden best steeds vermeld gezien dit aanleiding kan geven tot kruisreacties.

Na de operatie - ontwaken

Als u een algemene verdoving, een sedatie of een ruggenprik heb gehad, wordt u na de ingreep naar de ontwaakzaal gebracht. Een toegewijd team van verpleegkundigen onder supervisie van de anesthesisten zal u daar verzorgen en is altijd in de buurt.

Als u een gedeeltelijke verdoving hebt gehad zonder een sedatie, dan kunt u haast onmiddellijk naar de kamer. Hou er rekening mee dat het verdoofde lidmaat nog wel even slaapt en de beweeglijkheid minder is. De verdoving werkt over het verloop van de volgende uren geleidelijk uit.

Pijnbestrijding

Gedurende het ganse verloop van de opname zal u gevraagd worden om uw pijn te scoren op een schaal van 0  (= geen pijn) tot 10 (= ondragelijke pijn). We geven in functie van uw pijnscore de gepaste medicatie die maakt dat de pijn opnieuw aanvaardbaar wordt.

Postoperatieve misselijkheid en braken

Door de verdoving kan u na de ingreep misselijk zijn en mogelijks zelfs moeten braken. De risicofactoren hiervoor zijn heel individueel. We weten dat dit erg vervelend is en proberen dit tijdens de ingreep maximaal te voorkomen door enerzijds de verdoving aan te passen aan uw noden en anderzijds door medicatie tegen deze bijwerking te geven tijdens de ingreep.

Zodra de gedeeltelijke verdoving begint uit te werken start u met de pijnmedicatie die de anesthesist heeft voorgeschreven. Zo voorkomt u onnodige pijn als de verdoving helemaal is uitgewerkt! Indien u na de ingreep nog ongemakken ondervindt, er is altijd een verpleegkundige in de buurt om u te helpen.

Tot twee uur voor de ingreep heldere dranken drinken vermindert de kans op misselijkheid na de ingreep aanzienlijk en bevordert het herstel!