Voeding van uw kindje

Persoonlijke keuze

Borstvoeding of flesjes: u heeft waarschijnlijk al besloten welke voeding u gaat geven. Deze keuze is persoonlijk en wordt altijd gerespecteerd.

Borstvoeding

De eerste dagen is het belangrijk elke twee à drie uur te voeden. Zo komt de melkproductie goed op gang en wordt voorkomen dat er op langere termijn te weinig melk is. Acht à twaalf voedingen per 24 uur is dus perfect normaal.

Het is de bedoeling om tijdens de voeding beide borsten aan te bieden. We trachten ongeveer 20 minuten per borst aan te leggen, wetende dat de tweede borst een dessertje is. Sommige baby’s drinken dan nog gretig, andere hebben met één kant voldoende.

Flesvoeding

Afhankelijk van het geboortegewicht van uw baby, worden er zes of zeven voedingen gegeven. De hoeveelheden wordt stelselmatig opgedreven: 20 ml op de eerste dag, 30 ml op dag twee, 40 ml op dag drie … Bij ontslag krijgt u een schema mee voor de eerste 21 dagen. Na tien tot veertien dagen volgt de kinderarts of de verpleegkundige van Kind en Gezin, die op huisbezoek komt, de voeding op. Vanaf dan geven zij u een voedingsschema.

Voor u naar huis vertrekt, legt de vroedvrouw u de bereidingswijze van de flesvoeding uit en laat ze u precies weten welke voeding uw baby krijgt. Deze is te koop in de apotheek.

Er wordt geen medicatie meer gegeven voor het afremmen van de borstvoeding. Om mogelijke ongemakken te voorkomen, houdt u best rekening met volgende vuistregels:

  • Drink niet overmatig.
  • Draag een goed ondersteunende bh.
  • Drink saliethee.