Arthrose van de schouderAantasting van het schouderkraakbeen

Wat is schouderarthrose?

Bij arthrose van de schouder is er aantasting van het kraakbeen van het uiteinde van de bovenarm (de humeruskop) en/of de gewrichtskom op het schouderblad (het glenoid).

Dit kan ontstaan primair (door de leeftijd en erfelijke aanleg) of secundair (door infectie, reuma, of posttraumatisch bvb na een breuk)

Door abnormale wrijving van het onderliggende bot ontstaat pijn , zwelling en vaak bewegingsbeperking. Er kunnen fragmenten kraakbeen loskomen (« gewrichtsmuizen ») en er kunnen botaanwassen ontstaan op de gewrichtranden (« papegaaibekken »)

Diagnose

Vaak kan de diagnose gesteld worden op een gewone radiografie.

Toch dient er een CT-scan te worden gerealiseerd indien een operatie wordt overwogen ter evaluatie van het bot en de omgevende rotator cuff-pezen.

Behandeling

Voor de arthrose van de schouder behandelen wij als volgt.

Operatief: schouderprothese

Hierbij worden de beschadigde gewrichtsoppervlakken van de kop van de bovenarm (humeruskop) en de gewrichtskom van het schouderblad (glenoid) vervangen door prothetische implantaten (meestal uit metaal en polyethyleen).

Klassiek wordt hierbij de humeruskop afgezaagd , waarbij een metalen steel in de bovenarm wordt geplaatst met hierop een halve bol, eveneens in metaal. Aan de andere kant van het gewricht wordt een het kraakbeen verwijderd samen met een dun laagje bot, waarna een metalen plaatje met hierop een kom in polyethyleen wordt geplaatst.

Naast de klassieke prothese werd ook een prothese ontwikkeld voor mensen die naast het probleem van arthrose ook een belangrijke scheur hebben in de rotator cuffpezen : de omgekeerde schouderprothese. Hier wordt het middelpunt van de rotatie verlegd waardoor de arm terug gemakkelijker kan worden omhoog gebracht. Deze prhothese kan ook succesvol worden gebruikt bij een geisoleerde rotatorcuff ruptuur zonder duidelijke tekenen van arthrose.

Conservatief

Door kinesitherapie, pijnstilling en infiltraties met laag gedoseerde corticoiden kunnen de klachten verbeteren, zonder de oorzaak weg te nemen. Ook kan een hyaluronzuur worden ingespoten om zo tijdelijk de klachten te verminderen.

Na de ingreep

Na de ingreep wordt een draagdoek aangelegd voor 3-4 weken. Er mag onmiddellijk gestart worden met mobilisatie-oefeningen onder begeleiding van een kinesist, volgens het voorschrift van de chirurg.