Veelgestelde vragen niersteenkliniekEen antwoord op enkele veel gestelde vragen kan u hier terugvinden.

Hoe kan ik een afspraak maken bij de niersteenkliniek?

U maakt een afspraak via het secretariaat urologie op het nummer +32 3 650 50 56.

Waar meld ik aan voor een eerste consultatie en wat breng ik mee?

U komt via de hoofdingang in de aankomsthal van AZ Klina. U schrijft zich eerst in aan de loketten of de inschrijvingskiosken. Daarna gaat u naar het secretariaat urologie (route 29). Hier meldt u zich aan met de inschrijvingsdocumenten.

Wat neem ik mee naar een eerste afspraak?

  • de verwijsbrief van de arts (indien van toepassing)
  • uw huidige medicatielijst

Hoe moet een 24 uurs urinecollectie worden uitgevoerd?

De urinecollectie moet 2 weken voor de datum van uw vervolgafspraak uitgevoerd worden. Om een optimale opvolging van uw klachten te kunnen garanderen, is het belangrijk dat uw arts op het moment van de vervolgafspraak kan beschikken over de laboresultaten. De 24 uurs urinecollectie gebeurt volgens een vijfstappenplan dat u strikt dient uit te voeren:

  • Stap 1: Het onderzoek begint ’s ochtends. Als u opstaat (bv. op zondag om 7u), plast u eerst in het toilet. Zorg dat de blaas volledig geledigd is. Schrijf het uur op, want dit is de start van de collectie gedurende 24 uur.
  • Stap 2: Vanaf nu plast u elke keer in de collectebus tot de volgende ochtend.
  • Stap 3: De volgende ochtend (bv. op maandag om 7u) plast u de laatste keer in de collectebus. Als de collectebus gevuld is vóór het einde van de 24 uur, vangt u de urine verder op in een tweede collectebus. Zorg er steeds voor dat de blaas volledig geledigd is. Op deze manier is alle urine die u de afgelopen 24 uur geproduceerd hebt verzameld in de collectebus.
  • Stap 4: Sluit de bus goed af met het deksel.
  • Stap 5: Zorg ervoor dat u nuchter blijft en breng diezelfde ochtend de collectebus naar het laboratorium van AZ Klina. Hier zal bijkomend een bloedafname uitgevoerd worden.

Wat neem ik mee naar een vervolgafspraak?

  • een ingevulde voedingsvragenlijst (indien van toepassing)
  • uw huidige medicatielijst

Ik herken de symptomen van een niercrisis of nierkoliek, wat moet ik doen?

Als een nierkoliek optreedt, dient u de drankinname te beperken. Veel drinken zal namelijk leiden tot een verhoogde urineproductie, waardoor de druk in de nier en de pijn verder zullen toenemen. In afwachting van een ingreep of spontane steenevacuatie kan uw behandelende arts medicatie voorschrijven zoals paracetamol (Dafalgan, Panadol, Perdolan,…), niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (Diclofenac, Ibuprofen, …) of opioïden (Contramal, Tramadol, Tradonal,…). Raadpleeg steeds uw arts voor u deze geneesmiddelen neemt, want sommige worden beter niet genomen bij een verminderde nierfunctie, hartfalen of hartlijden. De waarde van spasmolytica (Buscopan) of alfablokkers (Tamsulosine) is twijfelachtig.

In een aantal gevallen dient u dringend uw huisarts te contacteren. Doe dit zeker bij:

  • oncontroleerbare pijn
  • koorts
  • u heeft slechts één nier
  • zwangerschap
  • vermoeden van een urineweginfectie
  • vergevorderd chronisch nierfalen

Moet ik melkproducten vermijden om nierstenen te voorkomen?

Veel mensen denken dat melkproducten leiden tot de vorming van nierstenen. Dit is een hardnekkig fabeltje. Meer dan 20 jaar geleden werd aangetoond dat calciumrijke voeding net de vorming van calciumoxalaat monohydraat stenen kan voorkomen.

Melkproducten zijn een belangrijke bron van calcium. Dit is een mineraal dat mee instaat voor een gezond botmetabolisme. Ondanks het feit dat calcium een onderdeel is van calciumoxalaatstenen, is het belangrijk om voldoende calcium in te nemen via de voeding om twee redenen:

  1. Een voldoende inname van calcium vermindert het risico op botontkalking of osteoporose.
  2. Net als calcium wordt oxalaat in het bloed opgenomen uit de voeding. Wanneer deze twee samen in de darmen aanwezig zijn, gaan ze zich met elkaar binden tot een onoplosbaar complex: calciumoxalaat. Dit complex kan niet worden opgenomen in het bloed en wordt meteen via de stoelgang afgevoerd. Bij voldoende inname van calcium, komt er dus minder oxalaat in de urine terecht en kan de vorming van calciumoxalaat monohydraat stenen worden vermeden.

Een voeding met voldoende calcium zal dus niet enkel de botten gezond houden, maar ook het risico op calciumoxalaatstenen verkleinen. Een inname van drie calciumrijke producten (melk, yoghurt, kaas, boerenkool, sesamzaad, …), gespreid over de dag, is een goede richtlijn. Enkel buitensporige innames van calcium (bijvoorbeeld via supplementen) wordt afgeraden omdat dit wel het risico op calciumoxalaatstenen vergroot. 

Is er een verhoogd risico op een niercrisis tijdens de zwangerschap?

Een niercrisis tijdens de zwangerschap wordt vastgesteld bij één op de duizend zwangere vrouwen en dit meestal in het tweede of derde trimester. Bij het optreden van een niercrisis is het belangrijk om dringende medische hulp op te zoeken, omdat dit kan leiden tot een vroegtijdige bevalling. Tijdens de zwangerschap is er een verhoogd risico op nierstenen omdat door hormonale veranderingen de concentratie van calcium en de zuurtegraad van de urine verhoogt. Dit leidt tot de vorming van weddelliet of apatiet stenen.

De diagnose van een niersteen bij zwangere vrouwen wordt gesteld met een echografie, een urineanalyse en een bloedafname. Gezien de negatieve invloed van röntgenstralen op de foetus, worden een CT-scan en een radiografie best vermeden.

De behandeling varieert in functie van de klachten en de resultaten van de echografie, de urineanalyse en de bloedafname. Deze beslissing gebeurt steeds in samenspraak met de gynaecoloog. Zo kan er gekozen worden voor de plaatsing van een inwendige of uitwendige katheter, of voor het uitvoeren van een ureteroscopie.

De vorming van nierstenen tijdens de zwangerschap kan voorkomen worden door minstens 2 liter per dag te plassen en gezonde voedingsgewoonten aan te houden met een relatieve beperking van zout en dierlijke eiwitten.

Komen nierstenen voor bij kinderen?

Drie procent van de patiënten met nierstenen zijn jonger dan 18 jaar. Net zoals bij volwassen wordt er de laatste decennia een toename van niersteenvorming gezien bij kinderen. Enerzijds is aangetoond dat kinderen de laatste jaren meer zout innemen dan aanbevolen, anderzijds drinken ze minder water en meer frisdrank. Nierstenen die voorkomen op jonge leeftijd worden vaak geassocieerd met urineweginfecties. Bij tien procent van de kinderen met nierstenen worden genetische ziekten vastgesteld zoals cystinurie of primaire hyperoxalurie.

Nierstenen bij kinderen worden meestal vastgesteld naar aanleiding van een afwijkend urinestaal, zichtbaar bloed in de urine of pijn. Onderzoeken met röntgenstralen worden zo veel mogelijk vermeden en de opvolging gebeurt bij voorkeur via echografie.

Net zoals bij volwassen kunnen nierstenen bij kinderen behandeld worden met ESWLureterorenoscopie of mini percutane niersteenverbrijzeling.

Omdat meer dan de helft van de kinderen die behandeld worden voor nierstenen, binnen de 5 jaar opnieuw steenvorming krijgen, is een strikte opvolging noodzakelijk.