Nierstenen behandelen

Hoe worden nierstenen behandeld?

Nierstenen kunnen behandeld worden met medicatie, extracorporele niersteenverbrijzeling (ESWL), via een ureteroscopie (URS), of via een percutane niersteenextractie (PNL).

Medicatie

Bij een niercrisis wordt pijnstillende medicatie voorgeschreven door de behandelende arts, zoals paracetamol (Dafalgan, Panadol, Perdolan,…), niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (Diclofenac, Ibuprofen, …) of opioïden (Contramal, Tramadol, Tradonal,…). Raadpleeg steeds uw arts voor u deze geneesmiddelen neemt, omdat sommige beter niet ingenomen worden bij een verminderde nierfunctie, hartfalen of hartlijden. De waarde van spasmolytica (Buscopan) of alfablokkers (Tamsulosine) is omstreden. Om ondertussen een volgende niercrisis te vermijden, moet de drankinname beperkt worden. Veel drinken zal immers leiden tot een verhoogde urineproductie, waardoor de druk in de nier en de pijn verder zullen toenemen.

Als het gaat om urinezuurstenen, kan men deze doen oplossen door medicatie die de zuurtegraad van de urine verhoogt (kaliumcitraat, bicarbonaat, Uralyt, …). Daarbij dient u de zuurtegraad van de urine zelf nauwkeurig op te volgen. 

Dubbel J stent (JJ stent)

Het plaatsen van een dubbel J stent (JJ stent of ureterkatheter) is een kijkoperatie waarbij langs de natuurlijke weg een buisje wordt geplaatst van in de blaas tot in de nier. Indicaties zijn de afloop van urine te bevorderen vanuit de nier tot in de blaas (b.v. voorbij een steen in de urineleider) of het verwijden van de urineleider als voorbereiding op een ureteroscopie.

Tijdens de ingreep wordt onder volledige verdoving een fijne camera via de plasbuis tot in de blaas gebracht. Vanuit de blaas wordt een voerdraad in de urineleider geplaatst tot in de nier. Dit gebeurt onder begeleiding van röntgendoorlichting of echografie. Vervolgens wordt de dubbel J stent over de voerdraad tot in de nier opgeschoven. Op het einde van de ingreep wordt soms tijdelijk een blaassonde geplaatst.

Na de behandeling kan de aanwezigheid van de dubbel J stent volgende ongemakken veroorzaken: frequente plasdrang, pijn in de nier of schaamstreek, pijn bij het plassen, bloed plassen,… Deze ongemakken verminderen meestal zeer snel door overvloedig te drinken. De uroloog of uw huisarts kan ook medicatie voorschrijven. Na verloop van tijd moet de stent via een kleine kijkingreep (cystoscopie) opnieuw verwijderd worden.

Extracorporele steenverbrijzeling (ESWL)

In functie van de grootte, samenstelling en lokalisatie, kan men stenen met een uitwendige niersteenverbrijzelaar vergruizen. De schokgolven worden opgewekt volgens het elektromagnetisch principe, wat zeer vergelijkbaar is met de trillingen van het membraan van een luidspreker. Wanneer deze schokgolven worden gericht op de steen, zal deze worden verbrijzeld.

De behandeling zelf duurt ongeveer 40 minuten. Door middel van medische beeldvorming wordt de exacte locatie van de niersteen duidelijk. Vervolgens wordt de patiënt zo geplaatst, dat de steen zich in het brandpunt van de schokgolven bevindt. Gedurende de volledige behandeling wordt de positie nauwkeurig gecontroleerd om de steen optimaal in het brandpunt te houden. Omdat het voor de patiënt soms moeilijk is om de hele tijd stil te liggen en de opeenvolging van schokgolven pijnlijk kan zijn, wordt via een infuus pijnstillende medicatie toegediend. Deze medicatie is echter kortwerkend en wordt zo gedoseerd dat ambulante behandeling meestal zonder problemen mogelijk is.

Na de behandeling kan de urine wat bloederig zijn. Afhankelijk van de grootte en de lokalisatie van de steen, zal het uitplassen van het gruis of steenfragmenten sneller of minder snel gebeuren. Het uitplassen van gruis kan aanleiding geven tot kolieken of plotse pijn. Daarbij wordt aangeraden niet te veel te drinken, pijnstillers te nemen en zo nodig uw huisarts of behandelende uroloog te verwittigen.

Ureteroscopie of ureterorenoscopie (URS)

Een ureterorenoscopie is een kijkoperatie. We maken hierbij gebruik van een dunne endoscoop (ureteroscoop of ureterorenoscoop) die ons toelaat om lichaamsholtes te bekijken en stenen te verwijderen.

Op het moment van de behandeling bevindt de niersteen zich in de nier of in de urineleider (ureter). Dit dunne kanaaltje voert de urine van de nier naar de blaas. Tijdens de kijkoperatie wordt de endoscoop via het plaskanaal geleidelijk tot in de urineleider gebracht tot waar de niersteen zich bevindt. Door de endoscoop worden vervolgens kleine instrumenten zoals een laser of mandje ingebracht om de behandeling uit te voeren.

Als de urineleider te nauw is voor de endoscoop, moeten we in twee fases werken. Eerst wordt er een ureterkatheter (JJ-stent) geplaatst. Deze stent bevindt zich inwendig tussen de nier en de blaas en zorgt ervoor dat de urineleider over enkele weken langzaam zal verwijden. In een tweede fase zal de urineleider toegankelijk zijn geworden voor de endoscoop en kan de niersteen verwijderd worden.

Na de behandeling wordt in bepaalde gevallen ook een ureterkatheter (JJ-stent) in de urineleider geplaatst. Hij kan verschillende functies hebben: een vlotte afvloei van urine verzekeren om een nieuwe niercrisis te vermijden, het openhouden van een opgerokken vernauwing of het bevorderen van de genezing van de wand van de urineleider. Deze stent kan volgende ongemakken veroorzaken: frequente plasdrang, pijn in de nier of schaamstreek, pijn bij het plassen, bloed plassen, … Deze ongemakken verminderen meestal zeer snel door overvloedig te drinken. De uroloog of uw huisarts kan ook medicatie voorschrijven. Na verloop van tijd moet de stent via een kleine kijkingreep (cystoscopie) opnieuw verwijderd worden.

Percutane niersteenverbrijzeling

De meeste nierstenen kunnen behandeld worden met de niersteenverbrijzelaar (ESWL) of door middel van een flexibele ureterorenoscoop (URS). Zeer grote nierstenen bevinden zich veelal in de nier zelf en kunnen beter behandeld worden met een kleine ingreep langs de huid (percutane ingreep).

Bij een percutane niersteenverwijdering (Percutane NefroLitholapaxie of PNL) wordt een niersteen verwijderd met behulp van een nefroscoop. Dit is een optisch instrument waarmee men binnenin de nier kan kijken via een traject doorheen de huid.

Tijdens de ingreep wordt eerst via het plaskanaal en de urineleider inwendig een buisje (ureterkatheter) opgevoerd tot in de te behandelen nier. Deze ureterkatheter heeft twee functies: het kunnen inbrengen van contraststof om een beter beeld te creëren en het verhinderen dat er steenfragmenten tijdens de ingreep verder indalen in de urineleider. Vervolgens wordt een klein sneetje (1 cm) gemaakt ter hoogte van de nierregio. Door deze kleine opening prikt de uroloog de nier aan met een holle punctienaald onder echo-en röntgencontrole. De holle punctienaald geeft zo toegang voor een voerdraad die tijdens de rest van de operatie de verbinding vormt tussen de nier en de buitenwereld. Omdat dit verbindingstraject slechts een zeer fijne doorgang geeft, moet dit eerst progressief wijder gemaakt worden door het schuiven van steeds bredere dilatatoren langs de voerdraad. Als het traject wijd genoeg is, kan de uroloog de nefroscoop tot in het nierbekken inbrengen en wordt de niersteen met een laser of ultrageluid in kleinere stukken gebroken. Vervolgens worden deze stukken met speciale steentangetjes verwijderd uit de nier.

Het is uiterst belangrijk dat er nadien een optimale drainage is van de nier, om de genezing te bevorderen. Daarom wordt er op het einde van de operatie een ureterkatheter (JJ-stent) in de urineleider geplaatst, die zorgt voor een vlotte afvloei van de urine van de nier naar de blaas. Een blaassonde zorgt vervolgens voor de verdere drainage van de urine naar buiten toe.
In sommige gevallen is het ook nodig om een nefrostomiekatheter in te brengen, zodat gedurende enkele uren de urine rechtstreeks uit de nier naar buiten afgevoerd kan worden.

Na de behandeling kan de aanwezigheid van de ureterkatheter (JJ-stent) volgende ongemakken veroorzaken: frequente plasdrang, pijn in de nier of schaamstreek, pijn bij het plassen, bloed plassen, … Deze ongemakken verminderen meestal zeer snel door overvloedig te drinken. De uroloog of uw huisarts kan ook medicatie voorschrijven. Na verloop van tijd moet de stent via een kleine kijkingreep (cystoscopie) opnieuw verwijderd worden.

Robot geassisteerde laparoscopische steenextractie

In zeer zeldzame gevallen worden nierstenen verwijderd met een robot geassisteerde laparoscopische ingreep.

Tijdens de operatie worden een aantal kleine sneetjes (telkens 1 cm) gemaakt ter hoogte van de buik, waarlangs fijne instrumenten in de buikholte worden gebracht. Hiermee kan de uroloog het nierbekken openen om zo de nierstenen te verwijderen. Op het einde van de operatie wordt het nierbekken weer gesloten, en worden een ureterkatheter (JJ-stent) en blaassonde geplaatst om een optimale drainage van de nier te verzorgen en het genezingsproces te verbeteren.

Na de behandeling kan de aanwezigheid van de ureterkatheter (JJ-stent) volgende ongemakken veroorzaken: frequente plasdrang, pijn in de nier of schaamstreek, pijn bij het plassen, bloed plassen, … Deze ongemakken verminderen meestal zeer snel door overvloedig te drinken. De uroloog of uw huisarts kan ook medicatie voorschrijven. Na verloop van tijd moet de stent via een kleine kijkingreep verwijderd worden.