Pijncentrum

Pijncentrum, bij de pijnarts

Tijdens een eerste consultatie zal de pijnarts u uitgebreid bevragen over uw pijn, waarna een klinisch neurologisch onderzoek volgt. De onderzoeksresultaten worden met u besproken en eventueel worden bijkomende onderzoeken aangevraagd. Uiteindelijk komt de arts tot een werkdiagnose en een behandelingsplan. Enkele mogelijkheden:

  • medicatie (aanpassingen)
  • mobilisatietraining - reconditionering - aanpassen levensstijl
  • psychologische training
  • infiltratie
  • neurostimulatie

Vaak is een combinatie van deze behandelingen noodzakelijk voor een langdurig resultaat.

Enkele weken na de eerste consultatie, volgt een tweede raadpleging. Hier wordt de behandeling of medicatie mogelijk bijgestuurd, worden vragenlijsten besproken en wordt teruggeblikt op de consultatie bij een psychologe of verpleegkundige. Uitzonderlijk wordt een kort klinisch onderzoek herhaald of aangevraagd onderzoek besproken. Op het einde van de consultatie overlegt de arts samen met u over het verdere behandelingsplan.

Bij de klinisch psycholoog

Behalve een lichamelijke impact, kan pijn ook uw psychische of emotionele welzijn beïnvloeden. Om dit in kaart te brengen, kan de pijnarts u doorverwijzen naar de klinisch psycholoog van het pijncentrum. Tijdens een eerste consultatie bespreekt de psycholoog met u welke impact pijn op uw dagelijkse leven heeft en hoe u met uw pijnklachten omgaat. Daarnaast kan er aandacht besteed worden aan andere factoren die uw pijn kunnen beïnvloeden. Op basis van dit eerste gesprek maakt de psycholoog een overzicht van mogelijke aandachtspunten, rekening houdend met uw eigen verwachtingen en hulpvraag.

Aansluitend  kan verdere begeleiding opgestart worden. De klemtoon ligt vaak op praktische zaken, waarbij u als patiënt handvaten krijgt aangereikt om zelf mee aan de slag te gaan. Uw eigen motivatie is hierbij van groot belang.

Een infiltratie

De meeste behandelingen gebeuren via daghospitalisatie. De pijnarts, bijgestaan door een verpleegkundige, zal met lokale verdoving, radiofrequente stroom, fenol of alcohol trachten om de pijnprikkel te blokkeren. Met alleen lokale verdoving zal de pijn waarschijnlijk terugkomen. Met radiofrequente stroom, fenol of alcohol wordt de pijn voor langere tijd onderdrukt. Alle pijnartsen behaalden het internationaal erkende diploma ‘fellow in interventional painmedicine’.

Neurostimulatie

Tijdens een uitgebreide screening wordt nagegaan of u in aanmerking komt voor neurostimulatie. Hierbij wordt een elektrode tegen de achterzijde van de epidurale ruimte geplaatst. Deze zal zenuwbanen in het ruggenmerg met elektrische impulsen beïnvloeden. Beslist de pijnarts om een neurostimulator te plaatsen, dan worden volgende extra consultaties gepland:

  • één consultatie bij de verpleegkundig pijnspecialiste: dit gesprek neemt ongeveer een uur in beslag
  • drie consultaties bij de klinisch psychologe:
    • een gesprek voorafgaand aan de beslissing tot screening
    • een gesprek na het invullen van de psychodiagnostische vragenlijsten op het ‘online platform’
    • een gesprek op het einde van de proefperiode

De aanvraag voor het plaatsen van een neurostimulator wordt steeds besproken binnen de Spine Unit, waarbij een fysische geneesheer, neurochirurg, pijnarts en klinisch psychologe aanwezig zijn. Een definitieve beslissing wordt (voor Belgische patiënten) afgewacht van het ‘online registratie platform’ (voor Nederlandse patiënten is dit de verzekeraar).

Het pijncentrum neemt nadien verder contact met u op.

Medische dienst

U kan meer informatie terugvinden op de medische dienst van het Pijncentrum.