TUR blaasverwijderen blaaspoliep
Op welke medische dienst(en) kan u terecht?
TURBT of TUR blaas
Een blaaspoliep ontstaat wanneer cellen in het slijmvlies van de blaaswand, zijnde de binnenste laag van de blaaswand, te snel beginnen delen. Dit vormt dan uitstulpingen in de blaas, vaak gelijkend op een koraal. Blaaspoliepen kunnen oppervlakkig zijn (d.w.z. niet ingroeien in de blaasspier) of invasief (wel ingroeien in de blaasspier). Blaaspoliepen worden weggenomen langs natuurlijke weg, zijnde via de plasbuis. Er is dus achteraf geen zichtbare wonde. Dit is een endoscopische procedure en wordt TUR blaas genoemd. Bij oppervlakkige blaaspoliepen volstaat deze ingreep meestal.
De ingreep vindt plaats onder algemene narcose of middels een ruggenprik. Dit kan besproken worden met uw behandelend arts of de anesthesist. U blijft na de ingreep normaliter één nacht in het ziekenhuis met een urine sonde en zonder problemen kan u de dag na de operatie het ziekenhuis zonder sonde verlaten.
Procedure TURBT
Tijdens de ingreep ligt u op de rug met uw benen in beensteunen (=gynaecologische houding). De uroloog brengt via de plasbuis een instrument (= resectoscoop) tot in de blaas. In deze resectoscoop bevindt zich een beweegbaar werkelement waaraan een metalen lusje zit waardoor elektrische stroom loopt. Met behulp van dit lusje kan de uroloog de tumor tot in gezond blaasweefsel wegsnijden. Hierbij ontstaat een wondje in de blaaswand dat daarna met het metalen lusje wordt dichtgebrand. Om goed te kunnen zien tijdens de ingreep, wordt de blaas gespoeld en geledigd. Het spoelwater wordt opgevangen en de weggesneden stukjes tumorweefsel worden eruit gezeefd. Deze worden later op het laboratorium onder de microscoop onderzocht door een patholoog (arts die weefselonderzoek doet). Nadat de tumor is verwijderd, brengt de arts een blaassonde in. Aan de blaassonde wordt een systeem gekoppeld om de blaas te spoelen met fysiologische oplossing, dit om stolselvorming in de blaas en de sonde te voorkomen. Ten gevolge van bloeding uit de wondjes is het spoelwater eerst lichtrood gekleurd. Nadien zal het progressief helder worden.
Na de procedure zal de blaassonde worden gespoeld met fysiologisch water tot een heldere kleur wordt bereikt. Wanneer de kleur helderder wordt en de spoeling kan worden afgebouwd tot stop, dan kan de blaassonde worden verwijderd na advies van de arts. Soms wordt voor de verwijdering nog een eenmalige spoeling/instillatie van de blaas met een medicament (chemo) uitgevoerd. Hierbij wordt de blaas gevuld en dient u dit een uurtje op te houden waarna u het medicament kan uitplassen. Dit kan de kans op een herval van een poliep verkleinen. Pas wanneer de blaassonde verwijderd is en u goed kunt plassen, mag u in principe na consult en advies van de arts, het ziekenhuis verlaten.